Meteen naar de inhoud

Gattinara en Ghemme, de verborgen parels van Piemonte

    Piemonte is samen met Toscane en Veneto een van de belangrijkste wijnstreken in Italië. Het is de thuisbasis van maar liefst 45 DOC’s en 19 DOCG’s, het hoogste aantal van alle Italiaanse regio’s, en ook qua kwaliteit staat Piemonte aan de top met hun Barolo’s en Barbaresco’s. In Piemonte vind je ook een indrukwekkend aantal autochtone druivensoorten, waarvan Nebbiolo, Barbera en Arneis het bekendst in de oren zullen klinken. De wijnen uit Piemonte staan op de wijnkaart van elk zichzelf respecterend Italiaans restaurant, en eigenlijk ook op die van niet-Italiaanse restaurants, en elk jaar bezoeken duizenden wijntoeristen de cantine van de bekende producenten. Toch valt er ook nog heel wat te ontdekken in Piemonte. In deze blog focus ik daarom op twee minder bekende DOCG’s: Gattinara en Ghemme, twee verborgen parels in de Alto Piemonte.

    De Alto Piemonte, letterlijk vertaald als “de hoge Piemonte”, ligt niet alleen iets hoger op de kaart (lees: Noordelijker) dan de bekendere Langhe, Asti en Alba, het ligt ook een stukje hoger in de voet van de Alpen, net ten zuiden van Lago Maggiore en Lago d’Orta. Deze heuvelachtige wijnstreek ligt op de grens tussen de provincies Vercelli en Novara, langs de oevers van de Sesia rivier. Al in de oudheid was de Alto Piemonte een belangrijk centrum voor de wijnbouw, bekend om de uitstekende kwaliteit van de wijn. Helaas zijn ze niet kunnen ontsnappen aan de verwoestende gevolgen van de phylloxera in de wijngaarden en industrialisering in de vallei, en toen de lokale bevolking na WO II massaal het platteland ontvluchtte voor een beter leven in de steden stierf de wijnbouw in Alto Piemonte bijna volledig uit: van de 40.000 ha aan wijngaarden die er ooit lagen bleef slechts 600 ha over. In de jaren 1960 is de wijnbouw stilaan terug op gang gekomen, maar pas in de voorbije 20 jaar zijn er terug grote stappen gezet om de oude glorie te herstellen. Intussen zijn acht gebieden al erkend als DOC, en twee hebben ook de DOCG status verkregen: Gattinara DOCG en Ghemme DOCG.

    Gattinara DOCG ligt op de westelijke oever van de Sesia, in de provincie Vercelli. De wijngaarden liggen op steile, zuidelijk gerichte hellingen in het noorden van Vercelli, op een hoogte van 270 tot 400 meter. Gattinara heeft een lange wijntraditie en was al in de Romeinse tijd bekend voor zijn kwalitatief hoogstaande wijn. Die reputatie heeft Gattinara ook lang kunnen houden, en de lokale wijn werd in de 19e eeuw als beter beschouwd dan de inmiddels veel bekendere Barolo en Barbaresco. Maar aan het einde van de 19e eeuw kwam er een (voorlopig) einde aan het succesverhaal: de phylloxera, industrialisering en de vlucht naar de steden waren catastrofaal voor de wijnbouw, waardoor van de 600 ha minder dan 100 ha wijnstokken overbleef. Ook de kwaliteit verminderde, en Gattinara werd stilaan vergeten. Gelukkig gaat het nu een stuk beter: in 1990 kreeg Gattinara DOCG-status, en de wijnen die er nu geproduceerd worden zijn opnieuw van hoge kwaliteit. Producenten kunnen nog steeds profiteren van een uitstekend terroir: de bodem in Gattinara is een mix van graniet, stenen en vulkanisch materiaal, waardoor ze rijk is aan mineralen en een hoge aciditeit heeft. De regio wordt ook beschermd tegen regen en kou door de Alpen, heeft een droog continentaal klimaat en een groot temperatuurverschil tussen dag en nacht.

    De producenten zelf hebben ook maatregelen genomen om de kwaliteit van hun wijnen te garanderen: de maximale opbrengst per ha in Gattinara ligt lager dan in Barolo en Barbaresco, de maceratie is korter en er is fors geïnvesteerd in nieuw materiaal. Volgens de DOCG-regels moet de wijn ook minstens 35 maanden blijven liggen, waarvan 24 maanden in houten vaten, terwijl de riserva minstens 47 maanden rijpt, waarvan zeker 24 in houten vaten. De wijn moet ook uit minstens 90% Nebbiolo bestaan, lokaal beter bekend als Spanna, en kan aangevuld worden met maximum 10% Vespolina en Uva rara (beter gekend als Bonarda). Al die regels zorgen ervoor dat een Gattinara toegankelijker is dan bijvoorbeeld een Barolo, maar vergis je niet: dit is nog steeds een stevige wijn met volle body, uitgesproken aroma’s van rode bessen, drop en viooltjes en het potentieel om meerdere decennia te blijven liggen.

    Het verhaal van Ghemme DOCG is gelijkaardig aan dat van Gattinara DOCG, maar er zijn belangrijke verschillen. Om te beginnen ligt Ghemme aan de overkant van de rivier Sesia, in de provincie Novara, op zo’n 300 meter hoogte. De wijntraditie in Ghemme is nog langer dan die in Gattinara, aangezien er al wijnstokken werden verbouwd in de 5e eeuw v.C., voor de Romeinse tijd dus. De wijnen uit Ghemme stonden ook bekend om hun kwaliteit, en werden bijvoorbeeld gedronken aan het hof van de Visconti en de Sforza in de 15e eeuw. Jammer genoeg kende Ghemme hetzelfde verval als Gattinara en de rest van de Alto Piemonte in de 19e eeuw, gelukkig ook gevolgd door een revival vanaf de jaren 1960. Intussen heeft het wijngebied een oppervlakte van 50 ha, ongeveer half zo groot als Gattinara dus. Het klimaat in Ghemme is gelijkaardig aan dat van Gattinara, maar de bodem is een stuk complexer: je vindt er net als in Gattinara graniet en vulkanische ondergrond, maar daarnaast bestaat de bodem ook uit kiezel, kwarts, klei en zand.

    Ghemme kreeg in 1997 DOCG-status, met regels die sterk lijken op die van Gattinara: de wijn moet minstens 34 maanden rijpen, waarvan 18 maanden in houten vaten, terwijl de riserva minstens 46 maanden moet blijven liggen, waarvan zeker 24 op hout. Ghemme DOCG moet voor minstens 85% uit Nebbiolo/Spanna bestaan, en kan worden aangevuld met maximaal 15% Vespolina en Uva rara. Wijn uit Ghemme is over het algemeen eleganter en aromatischer dan die uit Gattinara, met aroma’s van rozen, viooltjes en woudvruchten, maar ook een zekere kruidigheid en mineraliteit die hem onderscheid van zijn buur. De wijn heeft ook een hoger tannine- en zuurgehalte, waardoor hij nog langer kan blijven liggen zonder aan kwaliteit in te boeten.

    Gattinara en Ghemme hebben dus alles om de wijnliefhebber te bekoren. Het enige probleem is dat deze DOCG’s vrij onbekend zijn en een relatief lage opbrengst hebben, waardoor ze heel moeilijk te vinden zijn. Ik ben mijn flessen ter plaatse gaan halen… Maar als je ze toevallig eens tegenkomt in je lokale wijnwinkel, aarzel dan niet en neem er zeker een (of meer) mee naar huis. Je zal er geen spijt van krijgen!

    This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies. 

    nl_NL